Schrijfster Margrethe Venema schreef een tekst over Icarus, met o.a. mijn bronzen beeld ter inspiratie.

  Icarus (brons, € 1450)

Omdat Daedalus en zijn zoon Icarus door koning Minos gevangen worden gehouden in het labyrint op Kreta, bedenkt Daedalus een manier om te ontsnappen. Minos mag land en zee bezitten, maar de hemel staat open, vindt Daedalus. Hij bouwt daarop vleugels van een houten raamwerk, waarop hij veren plakt met was. Omdat was kan smelten, waarschuwt Daedalus Icarus om niet te hoog, te dichtbij de zon te vliegen, maar ook niet te laag, omdat de vleugels te zwaar zouden worden van het zeewater. In zijn enthousiasme en verlangen naar de goden wordt Icarus echter roekeloos; hij vliegt te hoog zodat de was smelt en stort neer in de Egeïsche Zee. Hoogmoed komt voor de val, is het oordeel. Op het beroemde schilderij 'De val van Icarus' van Pieter Breughel (1526 - 1569) zien we nog net een been uit de zee steken, en dat was het dan met Icarus. Het leven op aarde gaat ondertussen gewoon door, alsof het een alledaags incident betreft dat geen aandacht verdient.

Wie was Icarus?

Het wereldberoemde verhaal over Daedalus en zijn zoon Icarus inspireert tot op de dag van vandaag kunstenaars, schrijvers en dichters. Ik vind het boeiend om te zien hoe verschillend de interpretaties van het verhaal zijn en vooral van de rol van Icarus daarin. De jongeling, in de kracht van zijn leven, kan op het moment dat hij de waarschuwing van zijn vader in de wind slaat als een dwaas gezien worden, maar ook als held die vrijheid hoog in het vaandel heeft, als iemand die zijn hart volgt en risico neemt om zijn dromen waar te maken. In hoeverre hebben we reden om net als Icarus aan de aarde te willen ontsnappen of vinden we ter plekke alles wat we nodig hebben voor ons geluk? Misschien voelen we ons veilig in onze eigen kleine wereld en lachen we Icarus uit om zijn verlangen zichzelf te willen overstijgen, of bestempelen we zijn streven als naïeve jongensdromen, waar nog wel wat begrip voor valt op te brengen. Moeten we dromers tegen zichzelf beschermen? Hoe ziet u Icarus?

Het lot van Icarus

Als ik naar de bronzen Icarus van Gert Tabak kijk zie ik een krachtige jongeman die zijn vleugels uitslaat. Hij ziet zijn kans en is er klaar voor om het avontuur aan te gaan. Als ik denk aan het labyrint op het eiland Kreta en de gevangenschap waarin Icarus en zijn vader zich bevinden, dan kan ik me zijn sterke verlangen naar vrijheid des te beter voorstellen. Aan de ene kant gaat het om een grote ontsnapping, aan de andere kant gaat het ook om natuurlijke onderzoeksdrang en misschien verlangt Icarus ook naar een plek waar hij beter tot zijn recht komt. Wat me in het beeld van Gert Tabak treft is de houding waarbij Icarus, gezien de aangespannen spieren in zijn hals, smachtend omhoog kijkt, alsof hij daarboven zijn thuis droomt en heimwee heeft. Zijn hoofd heeft hij er echter niet bij... en oog voor gevaar heeft hij niet. Tegelijkertijd lijkt het er op dat de dromer maar één mogelijkheid heeft om aan het lot in het labyrint te ontsnappen, want ook voeten heeft hij niet, zodat hij alleen van zijn plek af kan door zijn vleugels uit te slaan. Hoe zijn vlucht ook zal uitpakken, hij moet en zal deze enige kans aangrijpen. Zijn gebalde vuisten drukken in deze zowel een sterke wil als wanhoop uit. Als we het gewenst hadden, hadden we Icarus dan tegen zichzelf kunnen beschermen?




 Gert Tabak, Icarus, 2010, brons
 Icarus kijkt verlangend naar de hemel. Zijn uit stokjes en
 schors bestaaande vleugels slaat hij zelfverzekerd uit.
 Hij is klaar om op te stijgen




 John Bulteel, Icarus, 2011, 110 x 150 x 150, mixed media
Een gevallen Icarus ligt berustend neer. Nog eenmaal heft hij een vleugel op naar de hemel, zijn thuis. Dan geeft hij zich over.

De val

Op het moment dat Daedalus Icarus de vleugels omdoet wordt het lot van Icarus eigenlijk al bezegeld. Zodra Icarus vleugels heeft, heeft hij geen keuze meer. Zijn hart is overtuigd. Hij móet vliegen. Op zijn tocht wordt hij begeleid door zijn dromen; ze verleiden hem en lokken hem in de val. Verblind volgt hij zijn onstuimige hart, vliegt te hoog zodat de was smelt en valt te pletter. Hoogmoed kwam voor de val. Waren hoogmoed en zelfoverschatting de (enige) oorzaken van zijn val?

Zie de mens

Ik stel me voor dat Icarus voor zijn val nog in uiterst levendige en optimistische stemming was. Daar is nu een abrupt einde aan gekomen. De hoogte is niet meer. Icarus is uit zijn dromen ontwaakt, hij ligt er beduusd bij en heeft alle reden om over zichzelf na te denken en zijn idealen te herzien. Als ik naar de Icarus van John Bulteel kijk komen verschillende gedachten in mij op. Het zachtere materiaal waaruit het beeld gemaakt is, en ook de houding van het lichaam, drukken kwetsbaarheid uit. Het is Icarus na zijn val; weerloos ligt hij tussen een gebroken vleugel links van hem en een naar de hemel opgeheven vleugel rechts. Het zou een protest kunnen zijn, een laatste roep om genade aan de goden, een sprankeltje hoop, maar zijn open lijf weerspreekt dat en ademt berusting. Wat opvalt is dat John Bulteel ervoor koos om Icarus net als een engel geslachtsloos te maken. Wie weet was Icarus toch half god en half mens en kwamen zijn dromen van de hemel. Wie weet heeft hij na zijn val alsnog zijn bestemming gevonden en mag hij een plek onder de Goden innemen.

Het oordeel over Icarus

Als we de nadruk op de zelfoverschatting en hoogmoed leggen dan valt het oordeel over Icarus niet positief uit. Icarus is dan een muis die tegen beter weten een god wil zijn. Hij is megalomaan, iemand die al te zeer in zijn eigen mogelijkheden gelooft. Blind als hij is voor zijn eigen kwetsbaarheid en beperkingen schiet hij door. Vanuit dit oordeel is de val van Icarus voorspelbaar en geeft reden om de schuld bij hemzelf te leggen. De legende dient er dan ertoe om ons nederigheid te leren. Anders dan de onbezonnen Icarus kennen de schaapherder en de boer uit het schilderij van Pieter Breughel hun plek wél; ze hebben daarom alle reden om hun schouders voor Icarus op te halen, alsof er van een catastrofe geen sprake is.
Als we echter bij ons oordeel de nadruk leggen op de vrijheidsdrang en idealen van Icarus dan komen we tot een andere conclusie. We krijgen dan respect voor deze hoogvlieger, die anders dan de schaapherder en de boer risico durfde te nemen om zijn dromen te verwezenlijken. Nog altijd hebben we mensen nodig die vanuit hun dromen vertrekken, pioniers, ontdekkingsreizigers en vernieuwers die zich niet door angst laten leiden, die out of the box durven te denken, om ondanks de gevaren die dat met zich meebrengt, vanuit een sterke drive hun dromen te verwezenlijken. Waarschijnlijk is een parachute de beste oplossing voor de hoogvliegers onder ons, zodat ze na vallen ook weer kunnen opstaan en verder kunnen gaan met hun experimenten en onderzoekingen - om zodoende iets waardevols toe te voegen en andere mensen te inspireren.