Toen we nog maar pas in De Veenhoop (frl) woonden maakte ik kennis met beeldhouwster Els van der Glas uit Boornbergum, een buurdorp. Die kennismaking is uitgegroeid tot een hechte vriendschap, met als basis onze fascinatie voor de kunsten. Ze nodigde me uit om eens bij haar in het atelier te komen werken. Een slimme zet, want ik kon er door allerlei redenen niet toe komen om weer eens een beeld te maken. De fotografie, de tuin, de galerie en 'het leven van alledag' namen, mer dan mij lief was, veel tijd in beslag. Met een anatomieboek bij de hand ben ik aan een kleine tors begonnen in zwarte boetseerwas. Het ging me goed af - het was inspirerend om met Els samen te werken - en het duurde niet lang of de passie had me in zijn greep.

 

De kleine tors stond daarna dagen op de eettafel in ons eigen huis, maar naar mate ik het vaker zag voldeed het me toch niet helemaal. Dat is het mooie van het constant weer opnieuw naar je werk kijken: op een gegeven moment zie je wat er niet goed is, of wat er aan veranderen moet. Ik nam het besluit om er armen aan te maken met vleugels, zodat het de tors van Icarus kon worden. Ik prikte aluminiumdraad in beide schouders en boetseerde de armen er omheen. De vleugels werden opgebouwd uit takjes uit de tuin, met stukjes schors en jute. De natuurlijke materialen zouden later vast mooi uitkomen in brons, was de gedachte. Met touw, in vloeibare was gedompeld, suggereerde ik dat de vleugels goed vast zaten aan de armen. Een smal riempje van een oud horloge van mijn moeder maakte de vleugels vast aan de tors. Nu had ik er een goed gevoel bij; er zat een mooie spanning in het beeld.

     Icarus in boetseerwas

Bij Ateliers Museumtechnische Werken in Groningen (www.ateliersmtw.nl) liet ik een mal maken zodat ik in een oplage kon werken. Op die manier konden er een aantal versies gemaakt worden (8); bovendien kon ik bij elk exemplaar iets eigens toevoegen, en was er voor de kunstliefhebber iets te kiezen. Het was spannend om het eerste bronsgietsel op te halen. Ik was er erg verguld mee. De man van Els heeft het beeld gepatineerd in een mooie warmbruine kleur, dat paste prachtig bij het ruwe brok onyx dat ik in Soest had gevonden, en als sokkel moest dienen.

   

Het geheel is fascinerend geworden; en het beeld was ook meteen verkocht, zodat ik nummer 2 en 3 heb kunnen laten gieten. Ook daar is er weer één van verkocht. Nu staan er weer 2 in ons atelier. Beiden zijn toch iets verschillend van elkaar. Nog steeds als ik ze zie, ben ik er blij mee.

De figuur Icarus uit de Griekse mythologie heeft me altijd gefascineerd. Hoe hij met die zelfgemaakte vleugels te dicht bij de zon vloog, zodat de bijenwas smolt waar ze mee gemaakt waren, en hij in de Egeïsche Zee stortte. Al of niet op een rots. Veel kunstenaars spreekt dit gegeven aan. Meestal zie je op schilderijen of in beelden een naar beneden dwarrelende Icarus, of hij is al te pletter gevallen. Niet erg opwekkend eigenlijk: 'hoogmoed komt voor de val'.

Ik wil met mijn beeld een andere kant van Icarus tonen. Aan de houding van de tors is goed te zien dat hij op het punt staat het luchtruim te kiezen en er helemaal, vol vertrouwen, voor gaat. Er spreekt iets heel positiefs uit deze versie, want het noodlot dat hem treft kent hij immers nog niet. Het is misschien wel een metafoor over hou je zou moeten leven: je angsten overwinnen en er helemaal voor gaan wat je ook doet, of wil doen.

Icarus (brons op onyx) €1450 incl. btw